Inversietrauma
Bijna iedereen gaat wel eens “door zijn enkel”. Wanneer dit gebeurt en je voet klapt naar binnen, spreekt men van een inversietrauma.
Vaak voelt men pijn aan de buitenkant van de enkel, de enkel wordt dik en lopen wordt pijnlijk en soms zelfs onmogelijk.
Wat is er nu aan de hand?
Allereerst moeten we begrijpen hoe een enkel is opgebouwd:
De enkel bestaat uit twee gewrichten, het bovenste spronggewricht en het onderste spronggewricht, ofwel articulatio talocruralis en articulatio subtalaris/talocalcaneonavicularis.
Het bovenste spronggewricht bestaat uit het scheenbeen (tibia), het kuitbeen (fibula) en het sprongbeen (talus).
Het onderste spronggewricht bestaat uit twee delen, een voorste deel (talocalcaneonavicularis) en een achterste deel (subtalaris). Het voorste deel is het gewricht tussen het sprongbeen (talus), het hielbeen (calcaneus) en het bootvormig been (naviculare).
Het achterste deel is een gewricht tussen het sprongbeen (talus) en het hielbeen (calcaneus).
Er lopen een aantal banden over deze gewrichten, deze worden ligamenten genoemd.
Deze banden zijn vrij stug, maar bezitten enige rekbaarheid. Ze kunnen niet worden aangespannen, dit in tegenstelling tot spieren.
Deze ligamenten laten bepaalde bewegingen tussen de gewrichten toe en verhinderen juist andere bewegingen.
Wanneer je de enkel naar binnen buigt, komen de ligamenten aan de buitenkant op rek en remmen zo de beweging. Wanneer je de enkel naar buiten buigt, komen juist de binnenste ligamenten op rek.
Wanneer je echter “door je enkel gaat”, worden de ligamenten zó ver opgerekt dat ze kunnen verrekken, of zelfs scheuren. Dit scheuren kan betekenen, dat er een klein scheurtje in één of meerdere ligamenten ontstaat, maar er kunnen ook ligamenten compleet afscheuren.
Ook kunnen de gewrichten beschadigd of geblokkeerd zijn.
Het inversietrauma kent dus meer gradaties, variërend van licht tot ernstig.
Wanneer je door je enkel bent gegaan, is het voor een leek niet zo eenvoudig om vast te stellen hoe ernstig de situatie is. Hier volgen enkele tips over hoe te handelen bij een acuut inversietrauma:
Rust: Ga niet steunen op de aangedane enkel, wanneer dat pijn doet. Stop met de activiteit waarmee je bezig was.
IJs: Door zo snel mogelijk de enkel te koelen, kun je voorkomen dat de enkel erg dik wordt. Bovendien vermindert het de pijn. Mocht je geen ijs voorhanden hebben, dan kun je de enkel ook onder de koude kraan houden. Koel de enkel een kwartier tot twintig minuten (koud water mag tot een half uur). Doe het ijs nooit direct op de huid, dit kan brandwonden veroorzaken.
Compressie: Door een compressieverband aan te leggen voorkom je wederom dat de enkel dik wordt.
Hoogleggen: Leg de enkel hoog neer (bijvoorbeeld op een kussen), zodat het bloed -onder invloed van de zwaartekracht- de neiging heeft in de richting van het hart te stromen. Ook nu voorkom je zwelling en bevorder je de afvoer van de zwelling.
Als er na een aantal dagen geen verbetering optreedt, of als je twijfelt aan de ernst van het inversietrauma, neem dan contact op met een arts. Deze kan je doorverwijzen naar bijvoorbeeld een sportfysiotherapeut. Die kan de enkel onderzoeken en kijken welke structuren allemaal aangedaan zijn. Aan de hand van de gegevens die verkregen zijn bij het onderzoek, kan dan begonnen worden met de therapie. Die kan bestaan uit het frictioneren (= een soort massage ter bevordering van het herstel) van de aangedane ligamenten. Ook kunnen de gewrichten worden gemobiliseerd. Vervolgens kan er begonnen worden met een oefenprogramma. Dit oefenprogramma bestaat onder andere uit coördinatieoefeningen voor de enkel.
Ten slotte kan de enkel in sommige gevallen worden ingetaped , zodat er nog met de enkel kan worden gesport of gelopen.