De Runner’s Knee
De “Runner’s knee” of “Lopersknie” is de populaire naam voor een aandoening die officieel wordt aangeduid met de term “Tractus iliotibialis frictiesyndroom”.
De naam Runner’s knee is een beetje misleidend omdat deze blessure ook bij andere sporten dan hardlopen kan voorkomen. Ook worden andere klachten rond de knie ook vaak aangeduid met deze term.
De Runner’s knee is een overbelastingsklacht van de Tractus iliotibialis, een peesplaat (die vanaf een spier komt) aan de buitenzijde van het bovenbeen . Deze klacht komt zowel bij topatleten als bij recreatieve lopers voor en treedt vaker op bij mannen dan bij vrouwen, de oorzaak daarvan kan liggen in het feit dat meer mannen dan vrouwen duursporten beoefenen.
De klacht uit zich in een zeurende of stekende pijn aan de buitenkant van de knie die kan uitstralen naar knieholte of naar de buitenkant van het onderbeen. De klacht kan zich manifesteren in drie stadia:
Stadium I: de pijn wordt gevoeld na de inspanning
Stadium II: de pijn treedt al tijdens de inspanning op
Stadium III: de pijn is constant aanwezig waardoor trainen niet meer mogelijk is.
De klachten verdwijnen door rust, maar als de oorzaak blijft bestaan blijft de sporter last houden van deze aandoening. Mogelijke oorzaken liggen bijvoorbeeld in een te zwaar trainingsschema of treden op na een eenmalige zeer zware inspanning. Ook het lopen op harde ondergrond, in een heuvellandschap of het telkens lopen aan één kant van de (bolle) weg kunnen oorzaken zijn. Verder kunnen versleten loopschoenen van grote invloed zijn op het instandhouden van de klacht, maar ook nieuwe schoenen veroorzaken wel problemen vanwege de verandering van de stand van de voet.
Een meer algemene oorzaak waar vooral heel goed op gelet moet worden is de stand van voeten, benen, en het looppatroon van de sporter. De klacht komt veel voor bij mensen die de voet vooral aan de buitenkant belasten tijdens het lopen. Dit kan je duidelijk zien aan de slijtage op de schoenzool. Het wegnemen van deze oorzaken in combinatie met rust zijn een eerste vereiste voor het verdwijnen van de klachten. Een eventuele correctie van een verkeerde stand van de voet kan opgeheven worden door middel van een zooltje in de schoen.
De sportfysiotherapeut kan de aandoening behandelen met diepe dwarse fricties, het aanpassen van de trainingsbelasting en het opstellen van een gedoseerd trainingsschema daarvoor. Het rekken van deze spier/ peesplaat is ook belangrijk ter voorkoming van deze klacht, omdat de kans op deze blessure groter is naarmate de spier korter en stijver is. Deze oefening kan de sporter ook heel goed thuis doen: De uitgangspositie is zoals op de tekening.
Buig nu zover met het bovenlichaam naar één kant, zodat er een lichte rek komt aan de buitenkant van het achterlangs gekruiste been. Hou dit ongeveer 10 seconden vast en wissel van been. Tenslotte zijn het goed opbouwen van de spierkracht in combinatie met het verbeteren van het looppatroon belangrijke factoren die helpen deze blessure in de toekomst te voorkomen.